+31 (0)20 240 25 72 English Direct contact
het Compliancekantoor

Continue aandachtspunt voor accountants: identificeren en melden van ongebruikelijke transacties

16-10-2020 Continue aandachtspunt voor accountants: identificeren en melden van ongebruikelijke transacties

De Wwft [1] is van toepassing op alle vormen van dienstverlening door accountants, of het nu gaat om het uitvoeren van een controleopdracht, een beoordelingsopdracht, een samenstellingsopdracht of een adviesopdracht. Naleving van de Wwft is voor accountantsorganisaties en veel van haar cliënten een actueel onderwerp. Dat komt door ingrijpende wijzigingen in de Wwft in 2018 en 2020, maar ook door verhoogde aandacht van autoriteiten voor witwassen.

In onze dagelijkse praktijkuitoefening merken wij dat het BFT[2] actiever is met toezichtsonderzoeken op de naleving van de Wwft. Daarnaast zien wij het in de praktijk ook nog wel eens misgaan bij het identificeren of tijdig melden van ongebruikelijke transacties. In deze bijdrage vestigen wij daarom de aandacht op de recente belangrijkste wijzigingen die zien op de meldplicht ten aanzien van ongebruikelijke transacties en beantwoorden wij enkele veelvoorkomende praktijkvragen over de meldplicht.


Een bijdrage door drs. E.R. (Edwin) van der Wösten RA


Belangrijkste wijzigingen ten aanzien van de meldplicht

Op 25 juli 2018 is de ‘nieuwe’ Wwft in werking getreden door middel van de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn. Medio 2020 zijn er wederom wijzigingen in de Wwft aangebracht naar aanleiding van de vijfde anti-witwasrichtlijn van de EU. De belangrijkste wijziging per 25 juli 2018 is de aanpassing van de definitie van ‘handelaren’. De Wwft is van toepassing op:

 ‘natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen als koper of verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 
€ 10.000 of meer, ongeacht of de transactie plaatsvindt in een handeling of door middel van meer handelingen waartussen een verband bestaat’

Handelaren vallen dus al bij een relatief lage contante transactie (vanaf € 10.000) onder het bereik van de Wwft en dienen dan cliëntenonderzoek te verrichten en ongebruikelijke transacties te melden. Tegelijkertijd betekent dat voor u als accountant die een samenstellingsopdracht, beoordelingsopdracht of controleopdracht bij de jaarrekening heeft bij een cliënt die aan deze definitie voldoet, van u wordt verwacht na te gaan of uw cliënt op de hoogte is van de Wwft verplichtingen en hier ook naar handelt. Als uw cliënt contante gelden voor een bedrag van € 10.000 of meer ontvangt of betaalt, deze als ‘ongebruikelijk’ zijn aan te merken en deze niet zelf meldt bij FIU-NL[3], moet u erop alert zijn om deze zélf[4] tijdig te melden aan FIU-NL.

Per 21 mei 2020 is de reikwijdte van de Wwft met betrekking tot de kunsthandel en de begeleiding van transacties betreffende onroerend goed of aan onroerend goed verbonden rechten uitgebreid. De opslag van kunst met een waarde vanaf € 10.000 en huurovereenkomsten met een huurprijs vanaf € 10.000 per maand vallen vanaf deze datum ook onder de reikwijdte van de Wwft. Dat betekent ook hier dat als deze instellingen transacties, die zijn aan te merken als ongebruikelijk in de zin van de Wwft, niet meldt, u deze zélf tijdig dient te melden aan FIU-NL.

Ten aanzien van de meldplicht zijn er wijzigingen die zien op de verlaging van drempelbedragen van de objectieve indicatoren voor de meldingsplicht ten aanzien van ongebruikelijke transacties. De drempelbedragen kunnen per Wwft-plichtige instelling verschillen. De volgende objectieve indicatoren[5] zijn van toepassing per 25 juli 2018 (bron: website FIU-NL):

  • Een transactie voor een bedrag van € 10.000 (was: € 15.000) of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen. 
  • Voor speelcasino’s is de meldgrens voor twee indicatoren verlaagd van € 15.000 naar € 10.000:
  • Een transactie voor een bedrag van € 10.000 of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of buitenlandse valuta.
  • Het in depot nemen van munten, bankbiljetten of andere waarden voor een bedrag van € 10.000 of meer.
  • Bemiddelaars bij de koop en verkoop van voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden of juwelen dienen transacties te melden waarbij deze goederen verkocht worden tegen geheel of gedeeltelijke contante betaling, indien het contant te betalen bedrag € 20.000 of meer bedraagt. Dat was € 25.000.
  • Pandhuizen dienen transacties te melden waarbij een goed of goederen in de macht van het pandhuis gebracht worden en waarbij het door het pandhuis daarvoor ter beschikking gestelde bedrag € 20.000 of meer bedraagt. Ook dit was € 25.000.

De subjectieve indicator blijft voor alle meldingsplichtigen ongewijzigd: ‘een transactie waarbij men aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme’.

Volledigheidshalve melden wij dat het sanctiearsenaal voor de toezichthouder is verzwaard en uitgebreid: de maximumboete is verhoogd en opgelegde sancties worden in beginsel met naam en toenaam gepubliceerd.

Witwassen en zwartwassen

Alvorens ingegaan wordt op veelvoorkomende praktijkvragen, eerst nog een korte verhandeling over de definitie en ‘reikwijdte’ van de term ‘witwassen’.

Witwassen kent diverse definities. In zijn algemeenheid kan witwassen worden omschreven als het vermengen van illegale geldstromen met legale geldstromen, met als doel dat de illegale geldstromen een ogenschijnlijk legale status verkrijgen. Witwassen is strafbaar gesteld op grond van art. 420bis en art. 420quater van het Wetboek van Strafrecht (WvSr).

Zwartwassen is een onbekender begrip, maar een ‘zwartwastransactie’ kan ook als een ongebruikelijke transactie kwalificeren. De term zwartwassen wordt gebruikt voor het verschijnsel dat legaal geld in het illegale circuit wordt gebracht, mogelijkerwijs met het oogmerk om misdrijven te plegen. Denk hierbij aan de aankoop van wapens of drugs bijvoorbeeld, maar ook aan het plegen van ‘valsheid in geschrifte’ door een fictieve inkoopfactuur of verkoopfactuur op te stellen met als doel illegale voordelen te verkrijgen of belastingontduiking te realiseren. Ook een ‘normale’ fraude, zoals het onrechtmatig onttrekken van gelden aan de onderneming door bijvoorbeeld de controller, die de gelegenheid was geboden om zelfstandige betalingen te doen vanaf de bedrijfsbankrekeningen en de verleiding niet kon weerstaan, is een vorm van zwartwassen.

Het is derhalve van belang om te onderkennen dat zwartwassen in de zin van de subjectieve indicator van de Wwft ook ‘ongebruikelijk’ is en daarmee voor melding in aanmerking kan komen.

De accountantsorganisatie hoeft niet zelf vast te stellen of sprake is van witwassen. Voldoende is dat de accountant de ongebruikelijke transacties als zodanig herkent en meldt bij de FIU-Nederland als de objectieve of subjectieve indicator wordt getriggerd, met andere woorden als de accountant aannemelijk heeft gemaakt dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme. De meldplicht is daarmee relatief laagdrempelig. In ieder geval zal eerder een melding ongebruikelijke transactie dienen plaats te vinden dan een fraudemelding zoals bedoeld in de Wta. Voor een fraudemelding is een zelfstandig onderzoek van de accountant nodig ingevolge artikel 26 Wta bij een wettelijke controle en ingevolge Standaard 240 ook bij een vrijwillige controle.

Vragen uit de praktijk

Voor andere veelvoorkomende vragen over de meldplicht van de Wwft verwijzen wij naar de website van FIU-NL. Voor nadere guidance verwijzen we naar de website van de NBA over de Wwft.

Wat houdt eigenlijk ‘tijdig’ melden in?
Artikel 16 van de Wwft verplicht instellingen die daartoe zijn aangewezen, waaronder accountantsorganisaties, om verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transacties onverwijld, nadat het ongebruikelijke karakter van de transactie bekend is geworden, aan FIU-Nederland te melden. In de praktijk betekent dit dat in ieder geval binnen 14 dagen moet worden gemeld én zoveel eerder als feitelijk mogelijk is, bij voldoende en zorgvuldige afweging dat de transactie ongebruikelijk is. Hoe eerder hoe beter dus, maar er moet wel een zorgvuldige afweging aan ten grondslag liggen. Opgepast moet worden met het uitstellen van een melding met als reden dat nog op aanvullende informatie wordt gewacht. Een eenmaal gedane melding kan later alsnog worden aangevuld met nieuwe, relevante informatie. In de initiële melding (op het moment dat al duidelijk was dat de transactie als ongebruikelijk was te kwalificeren en daarom onverwijld gemeld aan FIU-NL) kan dan worden vastgelegd dat het onderzoek nog loopt en (mogelijk) later nieuwe informatie aan de melding wordt toegevoegd of dat een nieuwe melding wordt gedaan (met verwijzing naar de eerdere melding).

Kleinere bedragen ook melden?
Het kan relevant zijn om ongebruikelijke transacties van - in absolute zin - kleine bedragen te melden. Transactie-informatie heeft namelijk waarde in zichzelf. Een money transfer van € 100 is geen afpakwaardig bedrag, maar biedt wel onomstotelijk bewijs voor bijvoorbeeld het bestaan van relaties binnen een netwerk of geeft belangrijke persoons- en verblijfsinformatie. Geadviseerd wordt dan
ook om een kleiner bedrag te melden als deze is te kwalificeren als ongebruikelijke transactie op basis van de subjectieve indicator.

‘Dubbel’ melden?
In de praktijk wordt wel eens verondersteld dat een melding al door een andere meldingsplichtige instelling (bijvoorbeeld de bank) is gedaan en dat de accountant(sorganisatie) daarom niet ‘dubbel’ hoeft te melden. Dat is een misvatting. In publieke rapportages van FIU-NL[6] is te lezen dat het BFT het opvallend vindt dat ‘spiegelbeelden’ ontbreken. Zo wordt geconstateerd dat bij een ongebruikelijke vastgoedtransactie wel een melding is gedaan door de notaris die de akte heeft gepasseerd, maar niet door de makelaar en de accountant, terwijl beide wél meldingsplichtige instellingen c.q. beroepsbeoefenaren zijn.

Ook kan het zijn dat de informatie over de ongebruikelijke melding door de Wwft plichtige instelling niet helemaal compleet of accuraat is. Denk aan een melding door een autobedrijf aan FIU-NL, waarbij de accountant vaststelt dat wel een melding is gedaan, maar de informatie in de melding door het autobedrijf niet voldoende accuraat is vermeld. Er is bijvoorbeeld wel in vastgelegd dat sprake is van contante betaling bij de aankoop van een auto van € 30.000, maar niet dat er is ‘gesmurft’ met 3 betalingen van € 14.000, € 3.000 en € 13.000 op verschillende data. In dat geval zal de accountant toch zelf ook een melding ongebruikelijke transactie moeten doen omdat het ‘smurfen’ ansich relevante informatie kan zijn voor vervolgonderzoek of bewijsvoering. De accountant kan dan wel in de eigen melding opnemen dat de betreffende transactie al wel is gemeld door het autobedrijf, maar dat de melding op de genoemde punten niet helemaal accuraat was.

Tot slot nog het volgende ten aanzien van het ‘dubbel melden’. In de praktijk wordt wel eens gemeend dat als een fraude (en de daarmee verband houdende transactie of transacties) is gemeld bij Politie (middels aangifte) of bij de Belastingdienst bekend is, er geen melding bij FIU-NL meer hoeft plaats te vinden. Alhoewel dit niet onlogisch lijkt, stellen wij ons hier toch formeel op. Immers gaat het hier om de naleving van de Wwft en daarin staat (artikel 16 lid 1, Wwft) dat een ongebruikelijke transactie gemeld moet worden aan FIU-NL. Daarom blijft een ‘dubbele’ melding aan FIU-NL opportuun. Er kan niet zondermeer van worden uitgegaan dat Politie of de Belastingdienst zelf een melding aan FIU-NL heeft gedaan.

Hoe zit het met privétransacties van de DGA?
De vraag wordt wel eens gesteld of het melden van privétransacties van DGA’s ook verplicht is. Het antwoord hierop is ‘ja’ als deze transacties als ongebruikelijk zijn te kwalificeren op grond van de subjectieve indicator. Een grote contante opname door de directeur-grootaandeelhouder bijvoorbeeld die juist in de rekening-courant is verwerkt, kan in bepaalde omstandigheden toch als ongebruikelijk worden aangemerkt. In de eerste plaats is het in Nederland tegenwoordig niet als gebruikelijk te beschouwen om grote bedragen contant op te nemen en hiermee betalingen te doen. Voorts kan in combinatie met andere verkregen informatie de betreffende transactie toch als dubieus aangemerkt worden en te kwalificeren als ongebruikelijke transactie omdat deze in verband kan worden gebracht met witwassen (of zwartwassen) of terrorismefinanciering. Denk bijvoorbeeld aan declaraties van de DGA inzake contante betalingen zonder concrete onderbouwing of een DGA die zich publiekelijk heeft uitgelaten als voorstander van bepaalde groeperingen die in verband worden gebracht met terrorisme. De kans is in die gevallen aanwezig dat deze contante gelden voor oneigenlijke doeleinden kunnen zijn ingezet. In beschouwing nemende dat de drempel om te melden laag is, is het in beginsel derhalve opportuun om melding van dergelijke transacties te overwegen. Het kan in bepaalde situaties wenselijk zijn dat extra zorgvuldigheid in acht wordt genomen alvorens tot melding wordt overgegaan, door de feiten en omstandigheden aan een jurist en/of beleidsbepalers van de accountantsorganisatie voor te leggen.

Moeten voorgenomen ongebruikelijke transacties ook worden gemeld?
Een voorgenomen transactie, dus een niet-uitgevoerde transactie, valt onder de werking van de WWFT en dient, indien u veronderstelt dat deze ongebruikelijk is, gemeld te worden bij FIU-NL. Een transactie hoeft dus niet altijd uitgevoerd te zijn, te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan het intrekken van een transactie (dus eerst wel geboekt en later tegengeboekt) door de cliënt zonder aannemelijke verklaring. In een controleopdracht zou je hier tegenaan kunnen lopen bij de controle van memoriaalboekingen in het kader van controlewerkzaamheden uit hoofde van Standaard 240 paragraaf 32. Let op, niet elke tegenboeking is een ongebruikelijke transactie. Er kan ook gewoon een logische verklaring of een menselijke, onbedoelde fout aan ten grondslag liggen. Deze tegenboekingen dienen dus op zijn merites te worden beoordeeld.

Mag ik met de cliënt communiceren over mijn melding?
De Wwft staat niet toe dat een instelling die bij de FIU-NL een melding doet, zijn cliënt meldt dat deze melding is gedaan. Dit zou namelijk de onderzoeksmogelijkheden van FIU-NL nadelig kunnen beïnvloeden. De accountant kan bij de cliënt natuurlijk wel aanvullende informatie opvragen over de transacties die opvallend zijn in het kader van de uitoefening van zijn opdracht en ook mag van de accountant worden verwacht om bij vermoedelijke niet naleving van wet- en regelgeving met het management en degenen belast met governance hierover te communiceren (NOCLAR). Het spreekt voor zich dat de aanvullend verkregen informatie over de opvallende transacties wordt meegenomen in de overweging of een melding ongebruikelijke transactie(s) noodzakelijk is. Als daartoe wordt besloten, dient alle relevante informatie in de melding te worden vastgelegd.

Tot slot

De WWFT blijft een bijzonder relevant thema en zal dat altijd blijven. Accountantsorganisaties hebben een opleidingsplicht om ervoor te zorgen dat de professionele beroepsbeoefenaars, die voor haar werkzaam of aan haar verbonden zijn, de Wwft kennen en kunnen toepassen. Uit observaties in het veld merken wij dat hieraan bij veel accountantsorganisaties concreet invulling wordt gegeven. Wij adviseren om tenminste jaarlijks door middel van trainingen en op continue basis middels het delen van Wwft-casuïstiek accountants verder te bekwamen in het herkennen van ongebruikelijke transacties. Daarmee kunnen accountants een nóg betere bijdrage leveren aan de maatschappelijke inzet om witwassen en terrorismefinanciering aan te pakken en terug te dringen en wordt daarmee optimaal invulling gegeven aan de poortwachtersfunctie.


[1] Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering
[2] Bureau Financieel Toezicht
[3] Financial Intelligence Unit Nederland
[4] Met ‘zelf’ wordt hier bedoeld dat u als professionele beroepsbeoefenaar eerst een interne melding doet bij de compliance officer of de beleidsbepaler belast met de compliancefunctie alvorens de melding bij FIU-NL wordt gedaan vanuit de accountantsorganisatie of -kantoor.
[5] Relevant voor accountantsorganisaties en -kantoren
[6] Bijvoorbeeld in: https://www.fiu-nederland.nl/nl/vandaag-in-het-financieel-dagblad

Home>Nieuws>Artikelen>Continue aandachtspunt voor accountants: identi...